Productaansprakelijkheid: vandaag en morgen - Vivium informeert
Productaansprakelijkheid: vandaag en morgen
De wet productaansprakelijkheid1 is meer dan 20 jaar oud en gaat terug op een nog oudere Europese richtlijn2. De ontwikkeling van nieuwe technologieën zoals het gebruik van artificiële intelligentie zullen de wetgever er dan ook ongetwijfeld toe brengen om deze regelgeving te herzien. Ondertussen liggen er enkele Europese initiatieven op tafel, met de bedoeling om een vernieuwd juridisch kader te creëren dat rekening houdt met de digitalisering van onze samenleving.
Onze productspecialisten lichten alvast een tipje van de sluier op van wat u mag verwachten…
Wat zegt de wet productaansprakelijkheid vandaag?
De wet productaansprakelijkheid is bedoeld om de consument te beschermen tegen schade veroorzaakt door gebrekkige producten. Daarom voorziet ze in een foutloze aansprakelijkheid in hoofde van de producent. Dat betekent dat het slachtoffer van een gebrekkig product - bijvoorbeeld een fles frisdrank die ontploft - geen fout moet aantonen in hoofde van de producent, en dit in tegenstelling tot de klassieke foutaansprakelijkheid van het burgerlijk wetboek. Het volstaat dat het slachtoffer het bewijs levert dat:
- hij schade leed (bijvoorbeeld glasscherven in het aangezicht)
- het product een gebrek vertoont (in de zin dat het niet de veiligheid biedt die men mag verwachten)
- er een oorzakelijk verband bestaat tussen het gebrek en de schade.
Deze foutloze aansprakelijkheid rust niet alleen op de fabrikant van het product. Het is namelijk niet noodzakelijk dat iemand het product effectief heeft gefabriceerd om door de benadeelde consument te worden aangesproken. Want ook degene die zich als fabrikant aanbiedt, bijvoorbeeld door zijn naam of label op het product aan te brengen, of degene die het product invoert in de EU (denk aan de Brexit!) of de gemachtigde vertegenwoordiger van de niet-Europese fabrikant komen in het vizier. Zelfs de verdeler van het product gaat niet vrijuit als het voor de consument niet mogelijk is om de producent te identificeren.
De wet productaansprakelijkheid beschouwt als een product: elk lichamelijk roerend goed, ook indien het een bestanddeel vormt van een ander roerend of onroerend goed, of indien het door bestemming onroerend is geworden. En daar wringt het schoentje, want over niet-stoffelijke zaken zoals software, elektronische data of AI-systemen zegt de wet (nog) niets, met rechtsonzekerheid tot gevolg.
Wat zegt de polis VIVIUM Business Liability?
Een bedrijf dat zijn productaansprakelijkheid wil verzekeren, kan dit met een polis VIVIUM Business Liability en meer bepaald met de waarborg BA Na levering. Deze verzekert de burgerlijke aansprakelijkheid van de onderneming voor schade aan derden door producten die het bedrijf heeft geleverd. De aansprakelijkheid die het bedrijf kan oplopen in hoofde van de wet productaansprakelijkheid is daarin expliciet genoemd (cfr. artikel 17 van de algemene voorwaarden).
In het licht van de wet productaansprakelijkheid en om de verzekeraar toe te laten het risico correct in te schatten, wenst deze te worden geïnformeerd over de aard en de toepassing van de betrokken producten, of het bedrijf de producten zelf fabriceert of enkel verdeelt, of de producten worden ingevoerd in de EU, dan wel of deze eventueel onder eigen naam op de markt worden gebracht.
De verzekerde schades in de waarborg BA Na Levering zijn de lichamelijke letsels, de stoffelijke schade, evenals de immateriële schade die het gevolg is van een gedekt lichamelijk letsel of materiële schade.
De waarborg BA Na Levering heeft natuurlijk ook beperkingen. Zo is de schade aan het geleverd product zelf niet verzekerd (de kwaliteit van het product), noch de gevolgen van het feit dat het product niet of onvoldoende doet waarvoor het in de eerste plaats werd ontworpen. Denk bijvoorbeeld aan een koelinstallatie die schade berokkent omdat ze niet koelt, of een alarmsysteem dat niet alarmeert. Ook de zuivere immateriële schade die niet voortvloeit uit een gedekt lichamelijk letsel of materiële schade is in de regel niet verzekerd.
Hoe passen producten met artificiële intelligentie in de wet productaansprakelijkheid?
Een medisch apparaat gestuurd door AI is al lang geen sciencefiction meer… Een robot heeft namelijk het voordeel dat een operatie perfect kan worden uitgevoerd, zonder risico op trillende handen, vermoeidheid of rugpijn van de chirurg.
Maar stel dat het fout loopt en het slachtoffer zich wenst te beroepen op de wet productaansprakelijkheid om een schadevergoeding te krijgen? Hoe kan hij dan aantonen dat een uiterst complexe machine, waarvan de werking voor de meesten onder ons onbegrijpelijk is, gebrekkig is? En hoe zullen de rechtbanken omgaan met deze nieuwe technologie?
Opnieuw: rechtsonzekerheid troef!
Producten met AI: wat doen de Europese regelgevende instanties ?
Vanuit Europa liggen er momenteel drie wetgevende initiatieven op tafel. Let wel, het gaat hier om voorstellen, die in het wetgevend proces ongetwijfeld nog wijzigingen zullen ondergaan:
- Een AI ACT (verordening) als rechtskader om te garanderen dat op de Europese markt enkel betrouwbare en veilige AI zal circuleren.
- Een vernieuwde directieve productaansprakelijkheid, die rekening zal houden met AI-producten, maar ook met andere technologische en maatschappelijke innovaties waarbij producten worden gecommercialiseerd (denk aan de cyberveiligheid, circulaire economie of platformeconomie).
- Een nieuwe directieve AI aansprakelijkheid, bedoeld om een grotere harmonisatie van de nationale rechtsregels voor buitencontractuele foutaansprakelijkheid te bewerkstelligen.
Het doel van deze initiatieven is om stapsgewijs het vertrouwen van industrie en consumenten in AI te bevorderen, om een grotere rechtszekerheid te creëren zowel voor ontwikkelaars van AI als voor de gebruikers, en om het evenwicht te bewaren tussen de belangen van beide partijen. Enerzijds door de ontwikkeling van AI te blijven stimuleren en anderzijds door de gebruiker voor producten mét en zonder AI hetzelfde beschermingsniveau te garanderen.
Om dit te realiseren, denkt de Europese regelgever in de eerste plaats aan maatregelen om het voor een slachtoffer van een product met AI eenvoudiger te maken om een eventueel gebrek aan te tonen. Zo wil de wetgever dat een rechter de producent zal kunnen verplichten om voor deze complexe producten relevante technische informatie te verschaffen.
In deze fase van het regelgevend proces is er geen sprake van omkering van de bewijslast, in de zin dat de producent zou moeten aantonen dat zijn product niet gebrekkig is, want dit zou technologische innovatie in het gedrang brengen. De schadelijder zal dus het (moeilijk) bewijs van het gebrek moeten leveren. Ook is er geen sprake van een verplichting in hoofde van de producent om een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.
We volgen deze ontwikkelingen alvast verder voor u op en houden u graag op de hoogte!
Meer weten over ons verzekeringsaanbod voor ondernemers?
Contacteer uw account manager Non-Life. Hij licht ons aanbod graag aan u toe.
Snel een tarief BA nodig voor een kmo-klant? Gebruik dan zeker onze KMO Tool!
1 Wet van 25 februari 1991 betreffende aansprakelijkheid voor producten met gebreken.
2 Europese richtlijn 85/374/EEG van 25 juli 1985.
7 juni 2023