De verwachte impact van het regeerakkoord op producten Life

Na 236 dagen onderhandelen was het regeerakkoord tussen de Arizona-partijen op 31 januari 2025 een feit. Na een marathondebat werd dit akkoord op 7 februari ook goedgekeurd door de Kamer. De regering De Wever I kan beginnen met de uitvoering van het regeerakkoord.

Stijn Hulstaert, onze fiscaal expert levensverzekeringen, vertelt welke gevolgen het regeerakkoord kan hebben op de producten Life:

“We moeten nog veel voorbehoud maken bij onze analyse van alle aangekondigde maatregelen. Ze zijn soms nog heel algemeen of vaag geformuleerd. Bovendien moeten ze nog in wetgeving omgezet worden voor ze van kracht worden. Pas op dat moment zal er meer duidelijkheid zijn over de details en over eventuele overgangsmaatregelen. Wij houden het tot stand komen van deze wetgeving nauwlettend in de gaten en we informeren u zodra er meer duidelijkheid is.”  

Welke belangrijke onderwerpen uit het regeerakkoord zouden invloed kunnen hebben op producten Life?

1. Tweede pijler: (Sociaal) VAPZ

Het regeerakkoord bevat goed nieuws voor het Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen. Vanaf 2026 zou men het maximale bijdragepercentage voor VAPZ verhogen van 8,17% naar 8,50% en voor het Sociaal VAPZ van 9,40% naar 9,78%. Dit zou voor volgend jaar een bijdragestijging (los van indexatie) van 4% betekenen. 

Verder is het de bedoeling dat zelfstandigen in bijberoep makkelijker toegang krijgen tot het VAPZ. Vandaag hebben zelfstandigen in bijberoep pas vanaf het vierde volledige jaar van hun zelfstandige activiteit toegang tot het VAPZ en alleen als ze minstens de minimum sociale bijdragen van een zelfstandige in hoofdberoep betalen. Dit zou volgens het nieuwe regeerakkoord aangepast worden naar een algemene toegang.  

2. Tweede pijler: IPT

De Individuele Pensioentoezegging komt regelmatig aan bod in het regeerakkoord. De voornaamste punten zijn:

  • De minimumbezoldiging om recht te hebben op het verlaagd tarief vennootschapsbelasting stijgt van 45.000 euro (niet-indexeerbaar) naar 50.000 euro (indexeerbaar).
  • Voorschotten op de IPT kunnen enkel nog voor de financiering van (werken aan) de enige  eigen woning. Hierbij merken we dat er expliciet sprake is van ‘opname van kapitaal’. Dit zou kunnen betekenen dat andere vormen van vastgoedfinanciering dan het voorschot (inpandgeving, reconstitutie) mogelijk blijven voor andere onroerende goederen dan de enige eigen woning, maar helemaal zeker is dit niet. In het regeerakkoord wordt enkel de IPT expliciet vermeld. Het is echter mogelijk dat er ook impact zal zijn op andere tweedepijlerproducten voor zelfstandigen. Op dit moment gelden daarvoor namelijk dezelfde regels voor vastgoedfinanciering als voor de IPT.
  • Aanpassing van de 80%-regel.

Wat de hervorming van de 80%-regel betreft, lijkt het erop dat de berekeningen tijdens ‘de laatste jaren’ van de loopbaan in de toekomst moeten gebeuren op basis van een ‘gemiddelde’ bezoldiging. Daarnaast is het duidelijk dat men streeft naar een “efficiëntere controle”. Dit willen ze bereiken door zoveel mogelijk gebruik te maken van informatie die beschikbaar is in overheidsdatabanken en meer uniformiteit (minder afhankelijk van ‘projecties’). Door meer rekening te houden met de actuele cijfers zal een jaarlijkse optimalisatie nog belangrijker worden.

3. Tweede pijler: meer fiscale aanpassingen

Het regeerakkoord voorziet nog een reeks fiscale aanpassingen in de tweede pijler, boven op de maatregelen besproken bij punt 1 en 2, die voor u van belang kunnen zijn:

  • Afschaffing premietaks van 4,4% bij contracten POZ.
  • Verhoging van de solidariteitsbijdrage op grote pensioenkapitalen: vandaag wordt naast een RIZIV-bijdrage van 3,55% ook een solidariteitsbijdrage ingehouden op uitgekeerde kapitalen in de tweede pijler (inclusief winstdeelname). Vandaag bedraagt deze 2% voor kapitalen boven de 24.789 euro. Voor het gedeelte van het kapitaal dat hoger is dan 150.000 euro, zal dit percentage verhoogd worden. Het nieuwe percentage is nog niet bekend. Eerder was er sprake van 4%, maar dit cijfer vinden we niet meer terug in de laatste versie van het regeerakkoord.
  • Verhoging van de Wijninckx-bijdrage: deze bijdrage bedraagt vandaag 3% (ten laste van de vennootschap) en is enkel verschuldigd als de som van alle reserves in de tweede pijler omgezet in een rente, hoger zijn dan het maximum wettelijk ambtenarenpensioen (sinds 1 mei 2024 is dit 97.548,92 euro per jaar). Naar welk percentage de nieuwe Wijninckx-bijdrage zal stijgen, is nog niet bekend.
  • Herbekijken fiscaliteit rente-uitkeringen: kiest een zelfstandige vandaag voor een uitkering in rente in plaats van een uitkering in kapitaal, dan is er een dubbele taxatie: een eerste keer op het kapitaal en een tweede keer op de rente. De regering lijkt de intentie te hebben om dit te herbekijken.

4. Derde pijler: Pensioensparen & langetermijnsparen

Het regeerakkoord vermeldt voor de derde pijler dat duaal pensioensparen geïntegreerd zal worden in het klassieke pensioensparen en dit binnen een budgettair neutraal kader. Moeten we hieruit afleiden dat we naar een fiscaal voordeel tussen 25% en 30% zullen gaan en/of dat het bedrag voor het klassieke pensioensparen licht verhoogd wordt? 

Misschien is wat niet in het akkoord staat belangrijker:

  • Er is geen sprake meer van het afschaffen van het fiscaal voordeel langetermijnsparen (dit stond in 2023 wel in het voorstel tot fiscale hervorming van toenmalig Minister van Financiën, Vincent Van Peteghem).
  • Ondanks de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd tot 66 jaar, blijft het jaar van de 60ste verjaardag het jaar waarin de ‘taks op het langetermijnsparen’ wordt ingehouden (als het contract werd aangegaan vóór 55 jaar) en blijft de belastingvermindering voor pensioensparen gelden voor premies betaald tot en met het jaar waarin men 64 wordt. Dit wordt dus vooralsnog niet verlengd naar het jaar waarin men 65 wordt.

5. Vierde pijler en hypothecaire kredieten

Voor de meerwaardebelasting, waarover in de regering nog geen eensgezindheid bestaat, is het afwachten welke definitieve vorm dit zal aannemen. Het tarief van de effectentaks lijkt vooralsnog behouden te blijven op 0,15% maar ontwijking van de taks zal worden aangepakt. Het tarief van 0,15% is ook van toepassing op de effectenrekeningen van verzekeraars waarop tak 23-reserves staan.

Op vlak van hypothecaire kredieten bepaalt het regeerakkoord dat de federale interestaftrek voor de niet-eigen woning zal worden afgeschaft. Er was even verwarring of de afschaffing enkel zou gelden voor nieuwe kredieten, of ook voor bestaande kredieten. Kersvers Minister van Financiën Jambon heeft echter onlangs bevestigd dat deze wel degelijk geschrapt zal worden vanaf de aangifte van volgend jaar (inkomsten over dit jaar), ook voor reeds lopende kredieten. Dat betekent dat interesten die dit jaar betaald worden geen fiscaal voordeel meer opleveren. Het belastingvoordeel voor kapitaalaflossingen van leningen voor de niet-eigen woning afgesloten voor 1 januari 2024, blijft wel bestaan. Betalingen tot 2.530 euro geven recht op een belastingvermindering van 30 procent. Ook kredieten die worden afgesloten na 1 januari 2024 voor de herfinanciering van een krediet dat was afgesloten voor 1 januari 2024, zullen nog recht geven op de belastingvermindering.

Meer weten over de invloed van het regeerakkoord op het wettelijk rustpensioen en overlevingspensioen? Schrijf u in voor de opleiding Wettelijk rustpensioen & Overlevingspensioen van de Business School.

We moeten nog veel voorbehoud maken bij onze analyse van alle aangekondigde maatregelen. Ze zijn soms heel algemeen of vaag geformuleerd. Bovendien moeten ze allemaal nog in wetgeving omgezet worden vooraleer ze van kracht worden. Pas op dat moment zal er meer duidelijkheid zijn over de details en over eventuele overgangsmaatregelen. Wij houden het tot stand komen van deze wetgeving nauwlettend in de gaten en zullen u verder informeren van zodra er meer duidelijkheid is. 

28 februari 2025